Tuk op Geluk

  Zegge   In mijn dorpje ben ik blij Met dat piepkleine moeras Je bent er zo voorbij Voor je wist dat je er was   Te midden van dat zompige land Wou zich daar toch neerleggen De meest dappere moerasplant Waarvan men zegt: dat is de Zegge!     EB  

  Wrattenkruid   Ik zie je graag ik zie je veel In ‘t bos en op de muren in de stad Met je kleine bloempjes heldergeel Je blaadjes die lijken op een eikenblad   Onder het struikgewas Overal bloei jij een lange tijd Zelfs in mijn tuin tussen het gras Geniet jij van alles uitgebreid   En bij het breken van je blad Ben jij goed voor de huid Jij verwijdert elke wrat Daarom ben jij het Wrattenkruid     EB    

  Winterpostelein   Jij bloeit vroeg in de morgen Slechts voor een paar uur Zo kan jij voor meer smaak zorgen Tegelijk proef jij dan zout en zuur   Jij bent dat groene blaadje Dat er altijd bij moet zijn Niks is zo fris in een slaatje Dan jij Winterpostelein!     EB

  Wederik   Zo ontdek ik je plotseling weder In een onbewaakt ogenblik Wanneer ik volkomen verteder Wenk jij mij weer eens Wederik   De Zomer schenkt opnieuw zoveel Als jouw bladeren terug kunnen kransen Stralen er blije bloemen rond je steel Grijpt de zon nog eens al haar kansen         EB        

  Vergeet-mij-nietje   Er was eens een ridder zo knap in harnas Die met zijn geliefde aan het wandelen was Ze liepen langs een romantische rivier De ridder dacht: ik doe mijn jonkvrouw een plezier Dat mooi bosje bloemen zal ik voor haar plukken Het is echter niet gemakkelijk om in harnas te bukken Door het gewicht viel die ridder prompt in het water En terwijl hij verdronk dat was niet eens zoveel later… Gooide hij het bosje bloemen nog naar zijn verliefde griet En riep met zijn laatste adem: “Vergeet mij niet!” Sindsdien zijn die blauwe bloempjes met het gele hart Een teken vol van romantiek, trouw en smart Van oneindige liefde en al haar verdrietjes Die bloempjes dat zijn Vergeet-mij-nietjes!     EB  

  Uil   Midden in de nacht Word ik wakker van een geluid Het is een Uil die lacht Of is het eerder een gefluit?   Nee hij zingt geen lied Wat zou hij roepen dan? Of ik echt echt echt niet Tot daar vliegen kan?   Samen zweven we dwars door mijn dromen Tot in Antwerpen het topje van de Kathedraal Dan terug via de Kempische bomen Ik leef, ik lach nu ook in Uilentaal   Maar bij het ontwaken Vallen mijn oogjes terug toe-oehoe Want van al dat nachtbraken Is dit Uiltje echt nog zo moe-oehoe     EB

  Sneeuw in April   Men gooit de Lente voor de leeuwen Wanneer het plots sneeuwt in April Want als het in december zou sneeuwen Voelt dat niet half zo grillig kil   ‘T wordt een gevecht tegen het vriezen Natuur jouw kracht is nu onmisbaar Deze strijd mag jij echt niet verliezen Daarvoor is die lieve Lente veel te kostbaar     EB

  Sei-zoentjes   Het bos bundelt nu al haar natuurkrachten De Zon en de blauwe lucht staan samen paraat De Lente laat nog een beetje op zich wachten Zoals dat toch met al wat belangrijk is gaat   Ze staan al klaar in hun afscheid-schoentjes Die IJzersterke Koning Winter en de Vrieskou De Lente geeft ze snel nog wat Seizoentjes Zegt weer vaarwel, ’t was mooi, tot gauw     EB  

  Reigerbekje   Jij als kleine dappere krijger Het is echt wel oprecht geslaagd Hoe jij de snavel van een Reiger In jouw broze bloempjes draagt   Fleurend in Fuchsia ben jij tevreden Daar op dat zalig zonnige plekje Wil jij je tijd heel graag besteden Gewoon jezelf zijn als Reigerbekje     EB

  Rankend Helmbloempje   Fijn en lieflijk zoals je bent Met je lichtgele bloempjes in trossen Je plezante plantenknuffels zijn gekend Dan wil je niet zo gauw meer lossen   Al klimmend of al kruipend Met je bladeren in slingerpracht Teder om je heen sluipend Jij Rankend Helmbloempje zo Lentezacht     EB

  Pinksterbloem   Jij Lila bloempje prachtig paars geaderd Jij hebt mij echt zo enorm geplezierd Ik heb je dan ook voorzichtig benaderd Jij schoonheid die het zompige land nu siert   ’ T is bijna Pinksteren, Pinkstertijd Dus die betovering in het moeras Nu weet ik wel met zoveel zekerheid Pinksterbloempje dat jij het was     EB

  Paarse Dove Netel   Toen zij zichzelf een beetje verloor Leek het alsof alles haar in de steek liet Nergens vond zij nog gehoor De Paarse Dove Netel had verdriet   Ze vond zichzelf niet echt een blikvanger Niet speciaal, zeker ook niet verkeerd Maar op een dag vond zij haar dubbelganger Vanaf dan is het planten-tij gekeerd   De Paarse Dove Netel wist weer wie ze was Haar Look-a-Like maakte haar compleet Ze kan terug heerlijk lachen in het gras Haar vrolijkheid staat meer dan gereed   Ze heeft nooit iemand iets kwalijk genomen Maar staat toch nog altijd een beetje paf Want je moet er maar opkomen Om een Paarse Dove Netel te aanzien voor Hondsdraf   EB  

  Onkruid   Er wordt wel eens gezegd Onkruid wat een lastpost! Dat vind ik dikwijls onterecht Vaak zijn die plantjes mooi uitgedost   Ze zijn beslist ook succesvol Zeker en vast niet overbodig Bijen en vlinders eten hun buikje bol De natuur heeft hen broodnodig   Ze kunnen me ook heel erg boeien Vertellen het prachtigste verhaal Dus kom in mijn tuintje maar openbloeien Jullie zijn welkom, Onkruidjes allemaal!     EB

  Muskuskruid   Kruidje jij profiteert volop van het zonlicht Dat nog kan vallen tot op de bodem van het bos Als bomen nog niet door bladeren zijn gedicht Gooi jij jouw bloempjes als dobbelstenen los   Onopvallend maar als je eens beter kijkt Zie jij er wel erg bijzonder leuk uit Jouw bloemetje dat op een kubusje lijkt ‘Tis vreemd maar toch noemt men je Muskuskruid     EB

  Maartse buien, Aprilse grillen   Wanneer het Zomer in de Winter is Dan wordt dat vast en zeker fijn Maar er loopt ook echt niks mis Als het eens Herfst in de Lente zou zijn   Maart heeft buien en April haar grillen Dat voelt weleens tegelijk warm en koud Dan is het tijd om even te gaan chillen Zo krijgt die lieve Zomer alvast geen burn-out     EB

  Lentelach   Weldra staat de natuur te pronken Ze lacht en lacht en lacht De Lente ligt zo puur te lonken Ze wacht en wacht en wacht   Tot het bos zich met groen zal vullen Schieten scheuten steeds meer op Als bloemen er dan uitzien om van te smullen Geniet de genieter weer non-stop     EB

  Lentegevoel   In de armen van de natuur mag je verdrietig zijn Daaruit wordt immers weer blijheid geboren Zelfs dwars door de regen vind je Zonneschijn Geen enkel Lentestraaltje ging ooit verloren   Planten die zomaar voor je ogen openbloeien Dat is echt het prachtigste wonder om te zien Als elk mens ook zo naar elkaar toe kon groeien Krijgt heel de wereld dat Lentegevoel misschien   EB

  Koud   Ik hoor de natuur gillen: Is dit nog wel gezond? April strooit met haar grillen Nog snel wat sneeuw in het rond   Ik voel de natuur rillen Oooh wat is het koud! De zon zegt: Ik zou wel willen! Maar tis die Aprilse gril die me tegenhoudt     EB

  Klein Kruiskruid   Ik dacht ik herken dat snuitje Dat in het zonnetje stond te bloeien Je leek op een mini Boerenwormkruidje Dat vergeten was om te groeien   Zo bracht je me even op een dwaalspoor Je gele bloemhoofdjes zagen er erg mooi uit Maar de zacht witte pluisjes die je verloor Zijn enkel eigen aan jou, Klein Kruiskruid     EB

  Klein Hoefblad   Ik wilde je nog Paardenbloem noemen Omdat je er wel gelijkenissen mee had Eerst bloeien jouw goudgele bloemen Pas daarna komt jouw Klein Hoefblad   Je bladeren als Paardenhoefjes gevormd Zo word jij regelrecht wat je naam vertelt Klein en gesloten wanneer de regen stormt Maar in volle zon bloei jij open als een held     EB

  Kerspruim   Misschien was je vader een stoere Pruimenboom En je moeder een prachtige Sleedoorn Misschien raakten ze verstrengelt in een windstroom Of werden ze samengebracht door een Eekhoorn?   Je vader droeg geen stekels, was zacht als pudding Dankzij je moeder is je Bloesem de moeite waard Je bent niet zomaar gewoon een kruising Jij bent de kers, de Kerspruim op de natuur-taart!     EB

  Goudveil   Jij bent een echt fijnproevertje Dat enkel van ‘t zuiverste water houdt Bij dat beekje langs dat oevertje Sluier jij met je bloempjes van goud   Zeldzaam zoals jij hier zeker bent Brengt ook helder water ons heil Daarop maak jij ons dan wel attent Als je aan ’t water glinstert, Goudveil     EB

  Ereprijs   Met jou bloempjes wil je stranden Het liefst nog heel erg gauw In de groenste graslanden Die kleur jij dan hemelsblauw   De natuur is echt zo dankbaar Voor elk bloemenparadijs De Lente wordt een winnaar Met jou als Ereprijs!     EB

  Dotterbloem   Al heel vroeg in het voorjaar Breng jij een prachtig tafereel Sta jij te glinsteren aldaar Met bloemen heldergeel   Aan de rand maar liefst in het water Geniet jij van bescheiden roem Het bos is jouw natuur-theater Waar jij schittert als Dotterbloem     EB

  Ananasmunt   Ik dacht niet eens aan Ananas toen Ik wist zelfs niet dat je bestond Blij met dat eerste bosje Lentegroen Jij aan mijn voeten op de voorgrond   Als ik eens aan je donzige blaadjes ruik Dan is die geur mij nog niet bekend Toch blijf je mijn heel speciale struik Ook als blijkt dat je geen Ananasmunt bent     EB

 speenkruid Zonder enig geluidje Het is ook best nog fris Wees maar voorzichtig Speenkruidje Nu de Winter net voorbij is De Lente die begon Met jou bloempje in de kleur van de zon En jou blaadjes in de vorm van een hart Zorgen weer voor een prachtige Lentestart EB.

  Sleutelbloempje   Als in de kilte van de natuur De Lentedeurtjes nog zijn gesloten Heeft er al een bloempje stil en puur Haar sleutel in de juiste vorm gegoten   Om de lentezon heen ligt een slotje De warmte zit nog vast Sleutelbloempje jij zonnig zotje Jij draagt de sleutel die hierop past   Je sleutelt er lustig op los Je hebt slechts één groot doel Met jou goudgele sleutelbos Open je langzaam ons Lentegevoel     EB

  Patrijs   In het frisse ochtendgras Dansten heel synchroon Dat het een verliefde lust was 2 vogels echt beeldschoon   Een Zilverreiger kwam eens kijken Swingde even mee op hun beat Ging dan elders neerstrijken Want die danspasjes kende hij niet   Deze 2 vogels zijn prachtige Patrijzen Ze dansen enkel voor elkaar De tijd zal het wel uitwijzen Word dit meer dan een danspaar?     EB

  Lente   Als je eens stilletjes bent in het bos Voel je je omringt door een zekere ritmiek Van boomtoppen tot in het mos Alles is nu bedekt met pure romantiek   Het is wat de Lente altijd doet Dat is gewoon wat er gebeurt Wanneer je je wandelschoenen aandoet Alzo je hart weer open fleurt     EB

  Konijn   Wat is nu toch de reden? Waar zouden ze kunnen zijn? Het is al zolang geleden Waar ben je toch lief wild Konijn?   Waar ik er vroeger zoveel zag Zie ik nu geen Konijnen meer ’ T is jammer want ze zorgden voor mijn lach Gaven mijn wandeling die extra sfeer   Die wilde Konijntjes waren mijn vrinden! Waar zijn ze toch naartoe? Ik zou ze graag terug willen vinden Maar ik weet echt niet hoe   Mijn hoop heb ik nu op Pasen gezet Dus tot dan lief wild Konijn? Want niet enkel de Paashaas zorgt voor pret Ook jij zou mijn Vrolijke Pasen kunnen zijn!     EB

  Fluitenkruid   Voor een vogel is het een fluitje van een cent Om aan het mooiste deuntje te geraken Voor jou is dat iets minder evident Jij moet jouw fluitjes eerst nog maken   Het melodietje in jouw holle stengel Dat reeds door jou planten aderen stroomt Word nog zachter dan dat van een engel Tenminste da ‘s waar jij van dagdroomt   Zo breng jij romantiek tot in de berm Wanneer jij tussen het gras meedeint Door jou lieflijk witte bloemenscherm Fluitenkruid met tederheid verfijnt     EB      

  Sleedoorn   Ik kan jou beter niet vastpakken Jouw doornen zouden me prikken Terwijl jij treuzelt met kale takken Begint de Voorjaarsklok te tikken   De Bloesem die ongeduldig in je twijgen zit Wacht niet tot je bladeren tevoorschijn komen Je bloemen geuren alvast in kleurrijk wit Rondom hangt de lucht vol Lentedromen   Jij prikt wanneer de winter jou weer opeist Bij het plukken van jouw blauwe bes ’ T is dan Sleedoorn dat jij herrijst Als drankje uit die speciale fles     EB          

  Hondsdraf   Je lijkt in niets op een hond Jouw naam is dus echt wel straf En toen ik jou daar zo vond Liep je ook niet eens in draf   Je kruipt wel vlug om de bodem te bedekken Woekert als een paars bloementapijtje Ik zag je ook liefdevol nectar verstrekken Aan een kleine Vlinder en een bijtje   Jij waardevolle vroegbloeier Met jou winterharde kantje Hondsdraf jij spontane groeier Jij heel gewoon maar prachtig plantje     EB

  Tulpen   Je weet dat het gaat gebeuren Die lentekriebels keer op keer Met hun vele vrolijke kleuren Ja op een dag verrassen ze je weer   Met het mooiste bloemengevoel Het mooiste bloemenveld Tulpje, gelukkig maken is jouw doel Daarom ben jij mijn bloemenheld   Tussen volle zon en halfschaduw in Zorg jij voor de prachtigste plek De Lente krijgt zoveel meer zin Voor mij, die grote Tulpengek     EB      

  Hazelaar   Jij raadselachtige struik Wanneer de wind eens even zucht Maak jij daarvan gretig gebruik Dan stuif jij vrolijk door de lucht   Jij valt wel heel erg op Door jouw kleurig bloeiende katjes Het liefst houd jij geen winterstop Jij doet druk jouw ditjes en jouw datjes   Jij wil weldra trakteren met Hazelnootjes Want dan brengt men jou een bezoekje Hazelaar omringt door dierenpootjes Word jij een gezellig eethoekje     EB

Kamperfoelieblaadjes  De Kleine Veldkers   Groen   Ik denk dat het de Kamperfoelie was Die voor het eerst weer wat groen achterliet Maar zo groen als gras Is het bos nog zeker niet   Het blad van de Vlier gaat uit zijn dak Daar is nu niks meer aan te doen De Bosbes struikt ook al een tak Zet zo het licht op groen   Een wit bloempje bloeit nog vers Deed zoveel moeite er bovenuit te stijgen Die kleine maar dappere Veldkers Kon zo ook groen licht krijgen   Wat Varens maken al een praatje Vinden het echt wel fijn Om weer een frisgroen blaadje In de natuur te kunnen zijn     EB  

  Overstromingsgebied   Ons vermoeden werd versterkt Wanneer het water de beek verliet Toen hebben we het ook gemerkt Dat is hier overstromingsgebied Je had nog op een waadvogeltechniek gehoopt Maar de zwaartekracht bracht je van streek Als je in overstromingsgebied wordt onder gedoopt Dan gaat de overwinning steevast naar de beek   Van kop tot teen uitwring-nat Stapschoenen stapten vol water Het slijk dat tot onder je oksels zat Maar in ons wandelgeheugen staat er: Als een watermerk van de natuur Een mooie herinnering aan die dag Weer een survival-avontuur Voor altijd overstroomd door onze lach       EB

Beginnend Bosbesstruikje Heide in bloei   Heide   In bijna Lentetijden Lijkt niks nog wat het is Zelfs als je denkt hier staat wat Heide Heb je ‘t waarschijnlijk mis   Er schiet vanalles uit de grond Al wat groen is laat zich zien En die Heide die jij daar vond Zijn dat geen Bosbessen misschien?     EB

  Forsythia   Alles is nog oh zo geweldig pril Toch sta jij meer dan klaar Aangezien jij echt wel kleuren wil Forsythia, heel vroeg in het Voorjaar   Met al jouw gekheid op een stokje Schenk jij, goudgele blikvanger In de vorm van een Bloemenklokje Stukjes Lente aan iedere voorbijganger     EB

  Eekhoorn   Jij wil wel vroeg uit je nestje ontwaken Net nadat de zon is opgekomen Vind jij het tijd om een nootje te kraken Dus ren jij op en neer tegen de bomen   Met je grote ogen en je knaagdiertandjes Met je pluimstaart voor het evenwicht Met je scherpe tenen en je kleine handjes Beweeg jij als in een bliksemschicht   Maar soms Eekhoorn weet jij de plek niet meer Vergeet je om naar die ene voorraad te gaan Schrik dan niet dat er daar op een keer Uit jouw vergeten nootje een boompje is ontstaan     EB      

  Braambes   Door een wildernis van Braambes-takken Kun je best niet lopen Vroeg of laat krijgen ze je toch te pakken Komen ze rond je enkels gekropen   Slingerend zullen ze langs je stoeien Zo willen zij iets laten weten: Geef ons tijd om nog wat te groeien Dan kun je straks weer Braambessen eten     EB

  Bosanemoon   Wanneer je er geen aandacht wil aan schenken Dan zou je wel eens kunnen denken Zo op het allereerste zicht Dat er misschien nog een laagje sneeuw ligt   In de vroegste vroegte van het Voorjaar Kruipen vele witte bloempjes dicht bij elkaar De bosbodem zullen zij zoetjes toedekken En hun mooiste Bloemenkleedje weer aantrekken   Zelfs het begin van de maand Maart Is heel even een beetje van de kaart Door die glinsterende Bosanemoontjes In alle eenvoud toch buitengewoontjes     EB      

  Bosduif   Ze springen van het dak op de tak Ze doen hun eigen zinnetje Strak in hun mooiste verenpak Dit wordt beslist het beginnetje Van een Lente-liefdesnestje Een vogelvrij gezinnetje Daarvoor doen zij hun bestje De Bosduif en zijn Duivinnetje     EB

  Amaryllis   Jij groeit zonder water Wil reiken tot aan het plafond Jij, maar ook ik word steeds parater Omdat zonet een nieuwe knop ontstond   Ik ben geen bloemenprater Maar jou moedig ik wel aan Want niks was ooit delicater Dan een bloem die plots kan opengaan   Het is niet eens zoveel later Maar dankzij jou begrijp ik de bloementaal Ik luister naar jouw bloei-geschater Amaryllis jij brengt een prachtig verhaal     EB

    Wilgenkatjes Zo bijzonder en zo knuffelzacht Maak je iets wakker in mij Ik bewonder en ik wacht Neen ‘k loop jou niet zomaar voorbij   Iets wat mijn wereld weer teder maakt Wilgenkatje jij die zo zachtjes donst Stil tot in mijn hart geraakt Voel ‘k weer hoe de Lente bonst     EB

  Reiger   Jij vogel die jouw elegantie deelt Rustig roerloos en doodstil Pootjebadend als een statig standbeeld Wanneer jij wel een lekker hapje wil   Met sierlijke poten en een snavel als een dolk Straal jij als een jager door de lucht Zet jij me even op een roze wolk Vogelvrij zweef ik mee in jou vlucht   Een Reiger is een Reiger Ook al weet hij niet dat hij dat is Voor mijn part is hij Koning - Tijger In zijn eigen wildernis     EB

  Mus   Ik lig nog wat te ontwaken ’ T is nog te vroeg om op te staan Vroege vogels verdelen al wel hun taken Ik luister hoe ze aan het zingen gaan   Het Goedemorgen melodietje Dat een tsjilpend Musje voor me fluit Dat liefdevolle liedje Het meest tedere geluid   Het slaapkamerraam op een kier Laat buitengewoon binnen Dankbaar en met veel plezier Mag ik mijn dag weeral beginnen     EB

  Merel   Zo mooi als jou klinkt het niet Hoe vaak ik ook al heb gezongen Jouw snavel brengt steeds het mooiste lied Met klanken prachtig ongedwongen   Wanneer ik eens als een Merel zou ontwaken Als vroege vogel in de ochtendschemering Dan wordt het liedje dat we samen maken Zeker en vast het allereerste wat ik zing     EB

  Meidoorn   Je denkt dat jij je nog hebt verstopt Maar ik zie je werkelijk wel Jij struik staat stiekem al geknopt Met miniblaadjes groen zo fel   Met puntige doornen op iedere tak Maak jij de scherpste winterhagen Maar in Mei ben jij de gelukzak Geniet jij van de zachtste bloesemdagen   Meidoorn dan zou ik met je willen ruilen Dan sta ik ook zo fris te geuren Met mijn witte bloementuilen Zal ik dan de Lente kleuren     EB

    Wilde Liguster   Ik zag jouw bessen glanzen in het zwart Ijskoud nog de winterpaadjes Toch raakte een Lentekriebel al mijn hart Zo vriendelijk zacht jouw groene blaadjes   Wanneer jouw bloempjes zich weer tonen Als witte pluimpjes tussen jouw struik Word het er weer knus om te wonen Vogels nemen dan graag hun intrek-duik   Plots word ik intens bewuster Ook wat kil lijkt kan je verwarmen Zo geef jij Wilde Liguster De Winter toch wat Lentecharme     EB    

  Kwikstaartje   Een sierlijk veren-staartje zoals jij Neen dat heb ik niet Maar ik voel me wel vogelvrij Op de tonen van jouw lied   Dus Kwikstaartje neem me nu maar mee In jou diepblauwe vlucht Met vleugels als de zee Maken we dan golven door de lucht     EB

    Vlier Het gebeurt niet van vandaag op morgen Jouw blaadjes waren eerst ook oh zo klein Alles zit in het begin toch ietwat verborgen Ooit zullen jouw bloemen dus wel bessen zijn   Misschien lijkt het nu nog langer dan een eeuw Jij haastig struikje ik zie je snakken Omdat je in de plaats van de sneeuw Met jou witte bloesem zou willen uitpakken   Vlier jij ontluikt altijd met hoop Het is nu niet meer tegen te houden Weldra maakt de Lente, Vlierbloesem - siroop En word er niemand nog verkouden     EB

  Goudhaantje   Er vliegt een vinnig vogeltje Dwars door het Sparrenbos Als een kriskras kogeltje Laat het zijn liedjes los Met fiere flierefluitjes Met snel bewegende roepjes Gouden veertjes in geluidjes Dansend in vogelgroepjes   Op jouw eigen vogelplaneetje Voer jij drukke dialoogjes In jouw mosgroene verenkleedje Met jouw blinkende kraaloogjes Jij allerkleinste Europeaantje Ja ook al ben je piepklein In jouw schittering, Goudhaantje Zal jij altijd de grootste zijn     EB  

  Kraai   Vindingrijk en intelligent Maar niet zo populair Verstandige vogel die je bent Dat is wel een beetje unfair   Met jou waarheid ging men aan de haal Jouw goede reputatie vloog verloren Maar oproer-kraaien is toch heel normaal Wanneer je als kraai wordt geboren   Dus gooi die last van je gevleugelde schouder Jij bent echt wie je bent zo wijs En ik weet, kraaienpootjes maken je niet ouder Want jij zwarte Kraai wordt ook nooit grijs   Jij kra-kra-krast een gitzwart lied Bescheiden snavel jij jouw eigen verhaal Victorie kraaien doe jij niet Maar net dat maakt jou zo speciaal     EB  

  Regendruppels   Meereizen vanuit de oceaan Opstijgen om in de hemel te geraken Bij dierbaren even op bezoek gaan Samen ons eigen regenwolkje maken   Uit de Hemel storten met zijn allen Voor de natuur een zegen zijn Wanneer regendruppels samenvallen Komt daarna beslist weer zonneschijn   Regenen op aarde is het grootste doel Regendruppels oh zo klein Het lijkt me een heel speciaal gevoel Om eens echt in de wolken te zijn     EB

  Gans   Machtig vleugel gezwaai Druk dynamisch gesnater Een luid plezant lawaai Daar boven dat stille water   Gebundelde veer - kracht in de lucht Wat een snelle sensatie Een familie ganzen in hun vlucht Vliegen vlot in V-formatie   Samen maakt hen krachtiger Gans de familie bijeen Ja met elkaar is zoveel prachtiger Dan gewoon “Gans” alleen     EB

  Gras   Er bloeit iets open langs de kant Het grijskoude stroomt uit de beekjes Een zachte tint vult het land Het winterwit wordt wat bleekjes   De natuur legt er zich bij neer Alsof het niet anders kon Smelt de winter weer Als sneeuw voor de zon   Gras natuurlijk ben jij dan nog groen Dat is een zekerheid Het maakt niet uit in welk seizoen Gras jij groeit gelukkig altijd     EB

  Ezel   Met opvallend luide lachsnoet Sta jij te lonken in de wei Je verrast me met jou gegroet Vol enthousiasme volg je mij   Zonder enige genade Word ik nu lieflijk gestalkt Bedolven onder een vrolijke serenade Hoe heerlijk jij ezel jouw noten balkt     EB

  Lovenhoek Als in de Lovenhoek de Bosanemoon weer gaat bloeien En de beek rond ons bankje is vol aant vloeien Zal in de Lovenhoek de Bosanemoon weer gaan bloeien En de beek rond ons bankje vol vloeien EB

    Winter Winter je strooit jouw vlokjes zo licht Zachtjes besneeuwen zij de grond Je vrieskou glimlacht in mijn gezicht Maakt mijn kaken blozend gezond   Winter jij die jou pracht nu overal verspreidt Jou mooiste wit speciaal hebt uitgekozen Betovert bospaadjes met een sneeuwtapijt Waar zelfs de natuur moet van gaan blozen   Winter sneeuw nu maar zoveel je wil Maak alles witter-mooi Ik genieter, van vredig-stil Vraag nog even uitstel aan jouw dooi     EB