Tuk op Geluk

  Zegge   In mijn dorpje ben ik blij Met dat piepkleine moeras Je bent er zo voorbij Voor je wist dat je er was   Te midden van dat zompige land Wou zich daar toch neerleggen De meest dappere moerasplant Waarvan men zegt: dat is de Zegge!     EB  

  Wrattenkruid   Ik zie je graag ik zie je veel In ‘t bos en op de muren in de stad Met je kleine bloempjes heldergeel Je blaadjes die lijken op een eikenblad   Onder het struikgewas Overal bloei jij een lange tijd Zelfs in mijn tuin tussen het gras Geniet jij van alles uitgebreid   En bij het breken van je blad Ben jij goed voor de huid Jij verwijdert elke wrat Daarom ben jij het Wrattenkruid     EB    

  Winterpostelein   Jij bloeit vroeg in de morgen Slechts voor een paar uur Zo kan jij voor meer smaak zorgen Tegelijk proef jij dan zout en zuur   Jij bent dat groene blaadje Dat er altijd bij moet zijn Niks is zo fris in een slaatje Dan jij Winterpostelein!     EB

  Wederik   Zo ontdek ik je plotseling weder In een onbewaakt ogenblik Wanneer ik volkomen verteder Wenk jij mij weer eens Wederik   De Zomer schenkt opnieuw zoveel Als jouw bladeren terug kunnen kransen Stralen er blije bloemen rond je steel Grijpt de zon nog eens al haar kansen         EB        

  Vergeet-mij-nietje   Er was eens een ridder zo knap in harnas Die met zijn geliefde aan het wandelen was Ze liepen langs een romantische rivier De ridder dacht: ik doe mijn jonkvrouw een plezier Dat mooi bosje bloemen zal ik voor haar plukken Het is echter niet gemakkelijk om in harnas te bukken Door het gewicht viel die ridder prompt in het water En terwijl hij verdronk dat was niet eens zoveel later… Gooide hij het bosje bloemen nog naar zijn verliefde griet En riep met zijn laatste adem: “Vergeet mij niet!” Sindsdien zijn die blauwe bloempjes met het gele hart Een teken vol van romantiek, trouw en smart Van oneindige liefde en al haar verdrietjes Die bloempjes dat zijn Vergeet-mij-nietjes!     EB  

  Uil   Midden in de nacht Word ik wakker van een geluid Het is een Uil die lacht Of is het eerder een gefluit?   Nee hij zingt geen lied Wat zou hij roepen dan? Of ik echt echt echt niet Tot daar vliegen kan?   Samen zweven we dwars door mijn dromen Tot in Antwerpen het topje van de Kathedraal Dan terug via de Kempische bomen Ik leef, ik lach nu ook in Uilentaal   Maar bij het ontwaken Vallen mijn oogjes terug toe-oehoe Want van al dat nachtbraken Is dit Uiltje echt nog zo moe-oehoe     EB

  Sneeuw in April   Men gooit de Lente voor de leeuwen Wanneer het plots sneeuwt in April Want als het in december zou sneeuwen Voelt dat niet half zo grillig kil   ‘T wordt een gevecht tegen het vriezen Natuur jouw kracht is nu onmisbaar Deze strijd mag jij echt niet verliezen Daarvoor is die lieve Lente veel te kostbaar     EB

  Sei-zoentjes   Het bos bundelt nu al haar natuurkrachten De Zon en de blauwe lucht staan samen paraat De Lente laat nog een beetje op zich wachten Zoals dat toch met al wat belangrijk is gaat   Ze staan al klaar in hun afscheid-schoentjes Die IJzersterke Koning Winter en de Vrieskou De Lente geeft ze snel nog wat Seizoentjes Zegt weer vaarwel, ’t was mooi, tot gauw     EB  

  Reigerbekje   Jij als kleine dappere krijger Het is echt wel oprecht geslaagd Hoe jij de snavel van een Reiger In jouw broze bloempjes draagt   Fleurend in Fuchsia ben jij tevreden Daar op dat zalig zonnige plekje Wil jij je tijd heel graag besteden Gewoon jezelf zijn als Reigerbekje     EB

  Rankend Helmbloempje   Fijn en lieflijk zoals je bent Met je lichtgele bloempjes in trossen Je plezante plantenknuffels zijn gekend Dan wil je niet zo gauw meer lossen   Al klimmend of al kruipend Met je bladeren in slingerpracht Teder om je heen sluipend Jij Rankend Helmbloempje zo Lentezacht     EB

  Pinksterbloem   Jij Lila bloempje prachtig paars geaderd Jij hebt mij echt zo enorm geplezierd Ik heb je dan ook voorzichtig benaderd Jij schoonheid die het zompige land nu siert   ’ T is bijna Pinksteren, Pinkstertijd Dus die betovering in het moeras Nu weet ik wel met zoveel zekerheid Pinksterbloempje dat jij het was     EB

  Paarse Dove Netel   Toen zij zichzelf een beetje verloor Leek het alsof alles haar in de steek liet Nergens vond zij nog gehoor De Paarse Dove Netel had verdriet   Ze vond zichzelf niet echt een blikvanger Niet speciaal, zeker ook niet verkeerd Maar op een dag vond zij haar dubbelganger Vanaf dan is het planten-tij gekeerd   De Paarse Dove Netel wist weer wie ze was Haar Look-a-Like maakte haar compleet Ze kan terug heerlijk lachen in het gras Haar vrolijkheid staat meer dan gereed   Ze heeft nooit iemand iets kwalijk genomen Maar staat toch nog altijd een beetje paf Want je moet er maar opkomen Om een Paarse Dove Netel te aanzien voor Hondsdraf   EB  

  Onkruid   Er wordt wel eens gezegd Onkruid wat een lastpost! Dat vind ik dikwijls onterecht Vaak zijn die plantjes mooi uitgedost   Ze zijn beslist ook succesvol Zeker en vast niet overbodig Bijen en vlinders eten hun buikje bol De natuur heeft hen broodnodig   Ze kunnen me ook heel erg boeien Vertellen het prachtigste verhaal Dus kom in mijn tuintje maar openbloeien Jullie zijn welkom, Onkruidjes allemaal!     EB

  Muskuskruid   Kruidje jij profiteert volop van het zonlicht Dat nog kan vallen tot op de bodem van het bos Als bomen nog niet door bladeren zijn gedicht Gooi jij jouw bloempjes als dobbelstenen los   Onopvallend maar als je eens beter kijkt Zie jij er wel erg bijzonder leuk uit Jouw bloemetje dat op een kubusje lijkt ‘Tis vreemd maar toch noemt men je Muskuskruid     EB

  Maartse buien, Aprilse grillen   Wanneer het Zomer in de Winter is Dan wordt dat vast en zeker fijn Maar er loopt ook echt niks mis Als het eens Herfst in de Lente zou zijn   Maart heeft buien en April haar grillen Dat voelt weleens tegelijk warm en koud Dan is het tijd om even te gaan chillen Zo krijgt die lieve Zomer alvast geen burn-out     EB

  Lentelach   Weldra staat de natuur te pronken Ze lacht en lacht en lacht De Lente ligt zo puur te lonken Ze wacht en wacht en wacht   Tot het bos zich met groen zal vullen Schieten scheuten steeds meer op Als bloemen er dan uitzien om van te smullen Geniet de genieter weer non-stop     EB

  Lentegevoel   In de armen van de natuur mag je verdrietig zijn Daaruit wordt immers weer blijheid geboren Zelfs dwars door de regen vind je Zonneschijn Geen enkel Lentestraaltje ging ooit verloren   Planten die zomaar voor je ogen openbloeien Dat is echt het prachtigste wonder om te zien Als elk mens ook zo naar elkaar toe kon groeien Krijgt heel de wereld dat Lentegevoel misschien   EB

  Koud   Ik hoor de natuur gillen: Is dit nog wel gezond? April strooit met haar grillen Nog snel wat sneeuw in het rond   Ik voel de natuur rillen Oooh wat is het koud! De zon zegt: Ik zou wel willen! Maar tis die Aprilse gril die me tegenhoudt     EB

  Klein Kruiskruid   Ik dacht ik herken dat snuitje Dat in het zonnetje stond te bloeien Je leek op een mini Boerenwormkruidje Dat vergeten was om te groeien   Zo bracht je me even op een dwaalspoor Je gele bloemhoofdjes zagen er erg mooi uit Maar de zacht witte pluisjes die je verloor Zijn enkel eigen aan jou, Klein Kruiskruid     EB

  Klein Hoefblad   Ik wilde je nog Paardenbloem noemen Omdat je er wel gelijkenissen mee had Eerst bloeien jouw goudgele bloemen Pas daarna komt jouw Klein Hoefblad   Je bladeren als Paardenhoefjes gevormd Zo word jij regelrecht wat je naam vertelt Klein en gesloten wanneer de regen stormt Maar in volle zon bloei jij open als een held     EB

  Kerspruim   Misschien was je vader een stoere Pruimenboom En je moeder een prachtige Sleedoorn Misschien raakten ze verstrengelt in een windstroom Of werden ze samengebracht door een Eekhoorn?   Je vader droeg geen stekels, was zacht als pudding Dankzij je moeder is je Bloesem de moeite waard Je bent niet zomaar gewoon een kruising Jij bent de kers, de Kerspruim op de natuur-taart!     EB

  Goudveil   Jij bent een echt fijnproevertje Dat enkel van ‘t zuiverste water houdt Bij dat beekje langs dat oevertje Sluier jij met je bloempjes van goud   Zeldzaam zoals jij hier zeker bent Brengt ook helder water ons heil Daarop maak jij ons dan wel attent Als je aan ’t water glinstert, Goudveil     EB

  Ereprijs   Met jou bloempjes wil je stranden Het liefst nog heel erg gauw In de groenste graslanden Die kleur jij dan hemelsblauw   De natuur is echt zo dankbaar Voor elk bloemenparadijs De Lente wordt een winnaar Met jou als Ereprijs!     EB

  Dotterbloem   Al heel vroeg in het voorjaar Breng jij een prachtig tafereel Sta jij te glinsteren aldaar Met bloemen heldergeel   Aan de rand maar liefst in het water Geniet jij van bescheiden roem Het bos is jouw natuur-theater Waar jij schittert als Dotterbloem     EB

  Ananasmunt   Ik dacht niet eens aan Ananas toen Ik wist zelfs niet dat je bestond Blij met dat eerste bosje Lentegroen Jij aan mijn voeten op de voorgrond   Als ik eens aan je donzige blaadjes ruik Dan is die geur mij nog niet bekend Toch blijf je mijn heel speciale struik Ook als blijkt dat je geen Ananasmunt bent     EB